|
Mijn leven in de Wippolder
|
|
Woonstraten - De Buurtjes |
Contact : Martin van Leeuwen |
Eerste woonstraat : Kloosterkade
Tot op tienjarige leeftijd
heb ik gewoond op Kloosterkade 214, een leuke simpele
rijtjeswoning beneden met leuke mensen rondom ons. Daarover
zodadelijk meer! Directe buren Kloosterkade 214 Op de Kloosterkade hadden wij hele lieve aardige buren waarmee vader en moeder en naar ik denk alle andere kinderen heel goed omgingen. Ik noem er een aantal. Boven ons (Kloosterkade 216) woonde de familie Hoefnagel en daarnaast boven (Kloosterkade 218) de familie Geelhoed. Rechts naast ons woonde beneden (Kloosterkade 220) de familie Hazeu en links naast ons (Kloosterkade 212) de familie Rippe (later v/d Lely). Daarboven (Kloosterkade 210) woonde de familie van Dijk. Pa, Ma, Leo, Simon, Alfons, Wim en Aad. Familie Geelhoed Kloosterkade Deze familie - Ome Kees en Tante Catrien - hadden als
buurtjes wel een heel warm plekje in
ons gezin. Altijd werd er onderling gekaart en plezier
gemaakt. Tante Catrien was altijd super vrolijk,
steevast
aan het zingen. Wat mij bijstaat is dat er vaak een hele
lever op het vuur stond te koken. Heerlijk! Ome Keesie -
altijd fluitend in zijn zwarte ketelpak - was o.a.
stoker op de scholen aan de overzijde van de straat.
Grote indruk heeft het altijd op mij gemaakt als ik -
als enige kleine ventje uit de buurt - mee mocht om de stookketels te
vullen met via een luik op het schoolplein gestortte
kolen. De school openen, naar binnen, de lange
levensgevaarlijke stalen trap af
naar de kelder en dan die enorme stookketels! Het
kolenluik is nu vanaf buiten niet meer zichtbaar omdat daar nu de
entree van de muziekvereniging overheen is
gebouwd. Familie Gouweleeuw Kloosterkade Grote gedeelten van mijn vroege jeugd bracht ik door
bij het gezin van mijn vrienje Robbie Gouweleeuw. Moeder Coby,
vader Gerrit, Rob en later Irma vormden een gastvrij
gezin waar het altijd goed toeven was met een heerlijk
glas limonade. Vader Gerrit - fouragehandelaar van
familiewege - moest altijd dollen en je uitdagen om toch
eens een leuk vriendinnetje uit de straat aan de haak te
slaan. Ik werd steevast gekoppeld aan Tonnie Jasperse
maar ik denk dat op dat moment de hormonen nog vrij
rustig waren. Het is dus nooit wat geworden. Geweldig
was het als ik en Robbie met pa Gouweleeuw meemochten
met
de vrachtwagen naar Brabant om stro te laden. Op
naar Etten Leur, Zundert of elders in de nabijheid van de Wouwse
Plantage. Voor zo'n jong ventje was het wel vroeg uit de
veren, half vijf ongeveer. Maar natuurlijk wel heel stoer om tegen
je andere vriendjes te kunnen vertellen. De familie had
in de tuin ook een eekhoorn in een grote kooi - bovenop een paar
meter hoge paal - waarin zich een rad bevond. De
eekhoorns konden in dat rad als een gek rondlopen. Overige buren Kloosterkade Verder woonden in onze directe omgeving aan
onze kant van de straat in oostelijke richting o.a.: van
Dam, Lathouwers, van Schaik,
Oostrom, Oosterom of Oostrum, Boekee, Stam en v/d Meer. Tweede woonstraat : Schoemakerstraat Na de geboorte van mijn jongste broer Ron zijn wij - ik was toen 10 - noodgedwongen verhuisd naar Schoemakerstraat 53, een vijfkamer portiekwoning met behoorlijk grote kelder. Wowww!! Deze woningen waren eigendom van de TU. Wij woonden daar midden tussen de professoren, hoogleraren en andere belangrijke TU medewerkers. U begrijpt dat ik mij helemaal thuis voelde! Buren Schoemakerstraat Op de Prof. Schoemakerstraat hadden wij toch hele
andere buren waar wij denk ik als arbeidersgezin best
wel aan moesten wennen! En zij aan ons gezin. Of
eigenlijk helemaal niet bedenk ik nu! Wij waren sociaal en
ontvakelijk voor alle nieuwe invloeden! Zeker mijn
ouders! In ons portiek woonden in volgorde van
huisnummer : Zo kan ik ook alle andere bewoners van de portieken naast ons opnoemen maar die zijn voor ons gezin niet echt levensbepalend geweest dus laat ik dat maar achterwege. Hoewel de familie Cornelisse - Vader Co, moeder...., ...... en .... Deze mensen waren goed bevriend met mijn ouders en kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer. Vader Co was een TH collega van mijn vader. Ik ga toch alsnog een paar buren noemen. Diehl, Sauerbrey, van Schijndel, Plooy, Romeyn, van Tol, Roest, v/d Mast. |